Waarom zijn er zo veel draadloze technologieën?
Een écht slim huis, waarin apparaten perfect samenwerken, is een (sciencefiction) droom die al decennialang bestaat – in ieder geval voor degenen die niet 50.000 euro willen uitgeven om hun hele huis opnieuw te bekabelen en in te richten. Ondertussen zijn een groot deel van onze apparaten wel ‘slim’ geworden, of in ieder geval draadloos aanstuurbaar. Van onze Tv’s met afstandsbediening tot thermostaten, lampen, schakelaars en zonwering. Waarom werken deze niet samen?
‘Universele’ afstandsbedieningen
Al die verschillende draadloze apparaten werken niet samen. En dus hebben we ‘universele’ afstandsbedieningen. Inderdaad, ‘universele’ – tussen aanhalingstekens – want eigenlijk bedienen ze alleen infrarood apparaten, met name TV, stereo en vergelijkbare apparatuur. De rest is niet meegenomen. Waarom? Omdat die systemen op andere draadloze technologieën werken, die deze afstandsbedieningen simpelweg niet hebben. Dus volgt de vraag: waarom werken die apparaten dan op andere technieken? Zou het niet veel simpeler zijn als iedereen dezelfde technologie gebruikt? In het kort: ja, dat zou makkelijker zijn. Dit is echter technologisch niet haalbaar. Als je hierbij productiekosten en compatibiliteit met eerdere systemen optelt, komen we richting de kern van het probleem.
Kunnen we niet allemaal WiFi gebruiken?
Laten we als voorbeeld WiFi gebruiken. WiFi is een fantastische technologie die gebruikt wordt in telefoons, laptops, en zelfs Tv’s. Dus zou je kunnen zeggen: waarom maken we niet alles WiFi? Het grote probleem is dat wifi-chips relatief duur zijn. Daarbij zijn ze ook niet energiezuinig. Hierdoor zouden apparaten die op batterijen werken, zoals een sensor, het slechts een paar dagen uithouden. Uiteindelijk is WiFi gemaakt voor het overzetten van grote bestanden over een relatief korte afstand. Jouw (ver weg geplaatste) sensoren en schakelaars hebben exact het tegenovergestelde nodig.
... of Zigbee of Z-Wave?
De tekortkomingen van WiFi zijn waar nieuwere, op domotica gerichte technieken zoals Z-Wave en Zigbee naar voren komen. Zigbee vooral, die in principe een ‘energiezuinige WiFi’ wil zijn. Maar waarom is er dan ook nog Z-Wave, een concurrent van Zigbee? In de eerste plaats komt dit door timing: beide technologieën zijn onafhankelijk van elkaar rond dezelfde tijd opgericht. Beide als verschillende oplossing voor hetzelfde probleem. En, zoals vaker met twee goede oplossingen, bleven ze beiden over. Maar er is meer. Zigbee en Z-Wave verschillen ook redelijk wat in aanpak en functionaliteit. Waar Zigbee echter een soort energiezuinige WiFi is, met vergelijkbare flexibiliteit als z’n grotere broer, is Z-Wave veel meer gecontroleerd: zelfs het (software) protocol dat op de technologie draait is gestandaardiseerd, en het systeem wordt door 1 bedrijf beheerd. Dit maakt Zigbee veelzijdiger, maar introduceert hiermee ook langere ontwikkeltijden, en problemen met apparaten van verschillende fabrikanten die samen moeten werken. Enkel op dezelfde technologie draaien is hiervoor niet genoeg – de commando’s die worden gestuurd – het communicatieprotocol – moet ook hetzelfde zijn tussen de apparaten. Z-wave beheert dit gedrag, waardoor compatibiliteit tussen apparaten beter is, waar Zigbee dus meer vrijheid en veelzijdigheid biedt.
Waarom we ook nog oude technologie gebruiken
We hebben net kort Zigbee en Z-wave behandeld, elk met zijn eigen voor- en nadelen. Maar de rest dan? Tv’s en andere audio/videoapparatuur zitten vaak vast aan infrarood (de ergste technologie, omdat deze vereist dat apparaten elkaar fysiek kunnen zien, omdat licht niet door muren gaat). Hier kiezen ze voor omdat oudere versies dit ook gebruiken. In nieuwe Tv’s wordt infrarood echter vaak gecombineerd met WiFi of soms RF (radiofrequente signalen). Die hebben we namelijk ook nog: Radiofrequent, met name in de 433 MHz en 868MHz band. Waarom bestaan die eigenlijk? Dit komt door drie hoofdredenen. Een: ze zijn reeds erg volwassen en daardoor makkelijk te implementeren in simpele toepassingen zoals schakelaars. Twee: ze bieden een relatief goed bereik (ook binnenshuis), en hebben beperkte hoeveelheden energie nodig om te werken. En drie: de chips ervoor zijn gewoon erg goedkoop. Heb je weleens 3 stopcontactschakelaars en een afstandsbediening voor 10 euro gezien in een discounter? Met de huidige prijsstellingen is dat simpelweg onmogelijk met WiFi, Bluetooth, Z-Wave of zelfs Zigbee.
Tot slot
Dit is, in het kort, waarom al deze verschillende technologieën bestaan: ze bedienen ieder hun eigen markt, met verschillende mogelijkheden, prijzen en waarde. Hiermee bedienen ze elk de eisen van verschillende toepassingen. En dat is ook waarom ze nog wel een tijdje zullen blijven bestaan: op dit moment is er niet één enkele technologie die ze allemaal zou kunnen vervangen, en alle voordelen combineert.
En nu?
Zijn we nu gedoemd om te leven in een draadloze-technologie-chaos? Gelukkig niet! Apparaten zoals Homey combineren de verschillende technieken waar we het hier over gehad hebben. Op deze manier worden alle verschillende apparaten weer makkelijk te bedienen. Daarnaast kun je ze zelfs met elkaar laten praten via automatisering – met Homey als middelpunt. Homey is de universele afstandsbediening die de ‘universele’ afstandsbediening nooit kon zijn, en combineert alle 8 veelgebruikte draadloze technologieën. Hierdoor verbindt Homey met duizenden apparaten en diensten. Dus stop met je zorgen maken over de technologie, en geniet weer van je apparaten! Focus op de dingen die echt belangrijk zijn, en laat Homey voor de rest zorgen.
Leer meer over Homey.